3 breintips om jezelf aan het leren te zetten

Hoe help je jouw brein om tijd te maken voor verdieping, zoals die training of dat boek waar je maar niet aan toekomt? Chantal van den Berg, expert in neurowetenschap, geeft drie tips.

Chantal is onder andere auteur van het boek Breinspelen een veelgevraagd spreker over neurowetenschap en gedragspsychologie. Wat weinig mensen weten, is dat ze ooit als secretaresse is begonnen, met een Schoevers-diploma op zak. “Maar ik wilde te graag in de schoenen van mijn manager staan”, lacht ze.

Gedreven door de vraag ‘hoe zet je mensen aan tot ander gedrag?’ belandde ze in het marketingvak en volgde een hbo- en universitaire studie. “Maar toch, aan die basis als secretaresse heb ik ontzettend veel gehad.” Sowieso herinnert ze zich de dynamiek (lees: hectiek) nog goed, met één groot verschil: ze heeft er nu breinvriendelijke tips voor.

1. Laat je dagroutine voor je werken

“Je brein is heel lui en neemt altijd de makkelijkste weg”, begint Chantal. “Daarom is het zo dol op patronen, want daar hoeft het geen moeite voor te doen.” Je dagroutine is zo’n patroon. Je herkent ze wel, van die taken die in een vast ritme op je bordje belanden – van vergaderingen notuleren en mails beantwoorden tot stukken verzamelen. Maar ook de momenten waarop je ze uitvoert, horen bij je dagroutine. Misschien plan je de afspraken voor je manager altijd het liefst aan het einde van de dag in.

“Onder dat routinegedrag ligt een aantal factoren: ‘willen’ en ‘kunnen’ zijn de twee belangrijkste. ‘Willen’ raakt je motivatie, en is dan ook het lastigst om te beïnvloeden. ‘Kunnen’ gaat over de moeilijkheidsgraad van iets, en goed nieuws: die is wel aan te pakken.” Ja, ook als je echt geen tijd lijkt te hebben, terwijl die training of dat boek al maanden lonkt. Daarom moeten we ons brein een zetje geven. “Als we het onszelf makkelijker kunnen maken om aan persoonlijke ontwikkeling te doen, is de kans groot dat het lukt.”

Wat kun je doen?
Maak gebruik van je dagroutine, waar je brein aan gewend is. Dit doe je door je verdiepingsmoment te matchen met een vast, ingepland moment. Zoals standaard een half uurtje op de dag van het maandelijkse MT. Of altijd nadat je alle uren hebt verzameld. “Zo koppel je een nieuw moment aan je vaste patroon, waardoor je brein een seintje krijgt: hé, die verdiepingstaak is vast ook makkelijk. Zo word je er vanzelf alerter op en komt het dus ook beter van de grond.”

2. Blokkeer je concentratiemoment in je agenda

Je werkzaamheden vormen dan wel een patroon, maar geen minuut is hetzelfde, weet Chantal nog wel van haar tijd als secretaresse. “Je manager wil dat je nu iets regelt, of er staat een boze klant bij de receptie die jij ineens moet opvangen. Je moet altijd beschikbaar zijn. Daarom werken veel assistants reactief, direct een belangrijke reden waarom je zo weinig aan verdieping toekomt.”

Maar er is meer aan de hand, benadrukt ze. “In je brein zorgen al deze onderbrekingen voor extra hersteltijd, waardoor het steeds lastiger wordt om op te pakken waar je mee bezig was. Dus ook die leuke online module waarvoor je eindelijk bent gaan zitten. Logisch dat dit soort minder urgente, maar wel complexe taken sneller van je to-dolijst vallen.”

Wat kun je doen?
Kies bewust een moment waarop je je het beste kunt concentreren. Chantal: “Dat is er vast. Pluis je agenda eens uit, of blik eens terug. Wanneer word je het minst gestoord, zowel op de dag als in je week? Dat wordt dan je verdiepingsmoment.” Blokkeer dit in je agenda, want omdat jij zélf deze tijd voor persoonlijke ontwikkeling reserveert, maak je het je brein makkelijker om zich eraan te houden.”

3. Ga voor meerdere (heel) kleine verdiepingsmomenten

Lezen en leren vragen om meer hersencapaciteit dan routinematige taken, zoals een Teams-meeting inplannen. “Vergelijk het met een duiker. Die daalt af en kan ook niet meteen naar boven komen als er iets aan de hand is. Vanwege kleine onderbrekingen, zoals in de vorige tip besproken, krijg je jouw verdiepingsactiviteit niet af. En dat leidt tot frustratie. Maar boek je wél vooruitgang, dan maak je een beloningsstofje aan waar je blij van wordt: dopamine.”

Helaas stellen we onszelf te grote doelen, signaleert Chantal. Bijvoorbeeld: een online masterclass van twee uur in één keer kijken. “Ons brein is makkelijk, dus als zo’n video zo lang duurt, nemen we dat aan als dé kijktijd. Met een grote kans dat je tussendoor wordt afgeleid.”

Wat kun je doen?
Negeer de duur van een video of het aantal pagina’s van een hoofdstuk, maar deel je activiteit op in meerdere kleine stappen. “Bijvoorbeeld: je kijkt vandaag tien minuten van die masterclass. Wedden dat je die tijd wel hebt? Tegelijk verlaag je de kans dat je wordt onderbroken, of je gedachten afdwalen. Zijn die tien minuten voorbij, dan heb je vorderingen gemaakt en word je beloond met een shotje dopamine. Dat stimuleert je ook weer om verder te gaan. Win-win dus.”

Bron: https://www.managementsupport.nl/21187/3-breintips-om-jezelf-aan-het-leren-te-zetten

Scroll naar boven